Berend Schuitema
DE REPRESENTATIE VAN DE ANTI-APARTHEIDS BEWEGING NEDERLAND IN VIER NEDERLANDSE KRANTEN TUSSEN 1971-1980
Stephanie van Laarhoven
3110664
Kerkstraat 404-1
1017 Amsterdam
Onderzoeksseminar III
Representaties. De constructie van de wereld in de massamedia, 1750-2000
Prof. dr. J. van Eijnatten
20 augustus 2012
Universiteit Utrecht
INHOUD
Abstract 3
Inleiding 3
Historiografisch kader 4
Theoretisch kader 9
Methode 10
Bronnenselectie 10
5 Frames 13
Categorie 1 Hardhandige aanpak 14
Categorie 2: Samenwerking groepen 14
Categorie 3: Politieke invloed 14
Categorie 4: Verbetering mensenrechten 15
Categorie 5: Invloed op het bedrijfsleven 15
Analyse 16
Resultaten 17
Categorieën 17
Frames 19
Conclusie 23
Literatuurlijst 25
p 3
DE REPRESENTATIE VAN DE ANTI-APARTHEIDS BEWEGING NEDERLAND IN VIER NEDERLANDSE KRANTEN TUSSEN 1971-1980 ABSTRACT
De representatie van de Anti-Apartheids Beweging Nederland in vier Nederlandse kranten tussen 1971-1981 is te onderzoeken aan de hand van een analyse van de door kranten gebruikte frames. Artikelen afkomstig uit het NRC-Handelsblad, Trouw, de Waarheid en de Volkskrant worden in dit essay bestudeerd waarbij de verschillende categorieën terug te vinden zijn. Vanuit deze categoriale indeling kunnen de aangebrachte frames geanalyseerd worden. Een vijftal categorieën zal in dit onderzoek naar voren komen:
1) hardhandige aanpak
2) samenwerking met andere antiapartheidsgroepen
3) politieke invloed 4) verbetering van mensenrechten
5) invloed op het bedrijfsleven.
De gecategoriseerde artikelen worden vervolgens geanalyseerd met de 5 door Semetko en Valkenburg voorgestelde frames: conflict frame, human interest frame, economic consequences frame, morality frame, responsibility frame.
INLEIDING
In de media is framing een veel voorkomend verschijnsel. Onderzoek naar het gebruik van frames in nieuwsberichten heeft aangetoond dat deze invloed uitoefenen op de publieke interpretatie van gebeurtenissen en problemen.1 Frames hebben een sturende werking op de opname van informatie. Vaak wordt op subtiele wijze een bepaald kader aangebracht in de berichtgeving, zonder dat de ontvanger dit kader hoeft op te merken. Een onderzoek naar de representatie van de Anti-Apartheids Beweging Nederland (AABN) in vier Nederlandse kranten kan aan de hand van een analyse van deze frames worden uitgevoerd. Hierdoor zal duidelijk worden wat de verschillende kranten voor visie op de AABN en gebeurtenissen rondom deze beweging hebben uitgedragen.
p 4
Ondanks de invoer van de apartheid in Zuid-Afrika in 1948, toonden de media laat belangstelling voor de apartheid en haar tegenstanders. Daarnaast kwam de AABN pas in 1971 tot stand. In dit essay wordt een onderzoek naar de representatie in de media gedaan om antwoord te geven op de volgende vraag: “Hoe werd de AABN gerepresenteerd in het NRC-Handelsblad, Trouw, de Waarheid en de Volkskrant tussen 1971-1980?”.
Dit artikel is als volgt opgebouwd. Allereerst is het historiografische kader uiteen gezet. Zowel de apartheid als de AABN worden in dit onderdeel besproken. Belangrijke tegenstellingen binnen de historiografie komen naar voren, evenals de ontwikkelingen waar algemene opvattingen over tot stand gekomen zijn. G.J. Schutte, M. Harlaar, J.J. Buskes, C. van Dullemen, F.J. Buijs, B.J.H. de Graaff en J.W. van der Meulen maken onderdeel uit van dit wetenschappelijke debat. Een theoretisch kader biedt vervolgens duidelijkheid over de vragen: Wat is een frame? En hoe worden frames in dit onderzoek gebruikt? Tevens wordt de relevantie van dit onderzoek in dit onderdeel behandeld. De selectie en analyse van de gebruikte bronnen worden in het hoofdstuk methode besproken. En de onderzoeksresultaten worden geanalyseerd om een antwoord op de onderzoeksvraag te geven in de conclusie.
HISTORIOGRAFISCH KADER
In de historiografie is veel over de apartheid en haar tegenstanders gepubliceerd. Zo ook over de AABN. In 1948 won de Zuid-Afrikaanse Nasionale Party onder leiding van D.F. Malan de verkiezingen met haar apartheidsprogramma. De partij voerde de apartheid in als een officieel systeem dat zorgde voor een rassensegregatie die zich steeds meer in wetten verankerde.2 Voor de Verenigde Naties bleek het in eerste instantie in strijd met de eigen regelgeving om in te grijpen. Interfereren in de interne sfeer van naties was niet toegestaan en strijdig met het soevereiniteits beginsel van staten. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens werd in 1948 in het handvest van de Verenigde Naties opgenomen.
p 5
Het gesegregeerde karakter dat Zuid-Afrika door de apartheidspolitiek had gekregen, creëerde de mogelijkheid tot het maken van een raciaal onderscheid in het toekennen van de fundamentele rechten en vrijheden van de mens. De Verenigde Naties zagen dit als een misdaad tegen de menselijkheid en formuleerden hun oordeel als volgt: ‘It is in the higher interests of humanity to put an immediate end to religious and so-called racial persecution and discrimination.’3
In Nederland waren de reacties op de overwinning van de Nasionale Party gemengd. In het begin van de jaren vijftig was er in Nederland niet veel kritiek op het apartheidsbewind. Enkel vanuit de Communistische Partij Nederland (CPN) en het weekblad Vrij Nederland klonk onbegrip.4 Ook dominee Buskes uitte zich negatief over de apartheid en schreef naar aanleiding van een bezoek aan Zuid-Afrika in 1955 een boek met de titel Zuid-Afrika’s apartheidsbeleid: onaanvaardbaar.5 De dominee ging in opdracht van het Internationale Broederschap der Verzoening naar Zuid-Afrika om zich bezig te houden met het rassenvraagstuk. De Nederlandse christelijke vredesbeweging Kerk en Vrede was bij dit broederschap aangesloten. Ook vanuit religieuze kringen werd dus een afkeurende houding ten opzichte van de apartheid aangenomen. Buskes bracht na zijn bezoek zeer duidelijk zijn mening over de apartheid naar buiten. Zo beschreef hij in zijn boek Hoera voor het leven6 zijn oordeel over het apartheidsregime als volgt:
"Hoe men de zaak ook wendt of keert, of men spreekt over verticale, horizontale of territoriale apartheid, of men het woord apartheid vervangt door de woorden eigensoortige ontwikkeling, het apartheidsbeleid van Zuid-Afrika betekent: dominantie van de blanken en discriminatie van de niet-blanken"
p 6
De meeste Nederlanders voelden zich echter sterk verbonden met de Afrikaners. Deze verbondenheid vond zijn oorsprong in de verwante taal, de gemeenschappelijke afkomst, ‘de stamverwandschap’, en de godsdienst.8 Ook G.J. Schutte benadrukt de impact van het stamverwantschap tussen de Afrikaners en de Nederlanders voor de, in eerste instantie, tolerante houding ten opzichte van de apartheid. Vanuit deze visie zouden de Nederlanders de Afrikaners verplicht zijn belangstelling, hulp en steun te bieden.9 Tijdens de Boerenoorlogen had Nederland steeds partij gekozen voor de Afrikaanse blanke boeren die tegen de Britten streden, dit versterkte het gevoel van samenhorigheid. Daarnaast had Zuid-Afrika onder president Smuts een belangrijke rol gespeeld in de Geallieerde voedseldropping tijdens de Tweede Wereldoorlog.10 Tevens zouden de Afrikaners een westerse vertegenwoordiging voor Zuid-Afrika zijn, dit betekende voor Nederland een bondgenoot tegen het communistische gevaar.11 Emigratie naar Zuid-Afrika werd door zowel de Zuid-Afrikaanse als de Nederlandse regering aangemoedigd in de jaren vijftig. Eind jaren vijftig had slechts een aantal tegenstanders van de apartheid zich bij dominee Buskes gevoegd. Hieronder behoorde ook het geëmigreerde echtpaar Jan van den Ham en Stella Hilsum die in 1958 na 9 jaar besloten terug te keren naar Nederland omdat ze niet aan de apartheid konden wennen. Zij vormden samen met de dominee het eerste anti-apartheidscomité.12
De Nederlandse media toonden tot de jaren zestig weinig belangstelling voor de apartheidskwestie en haar tegenstanders. Zo noemden de Nederlandse kranten zelfs rond 1960 de naam van werelds meest bekende antiapartheidsstrijder Nelson Mandela nog nauwelijks. Een aantal aangrijpende incidenten zorgde er echter voor dat de apartheid niet langer genegeerd kon worden. De media pakten dit aan en de Nederlandse kranten rapporteerden steeds meer over de Zuid-Afrikaanse apartheidspolitiek.
Wanneer er in 1960 bij een zeer gewelddadig incident in Sharpeville gewonden en doden vielen, leek dit een moment waarop de wereld op scherp werd gesteld. De apartheidspolitie schoot op ongewapende demonstranten en doodde 69 mensen.13 Schutte ziet het incident als een moment waarop een ontwikkeling werd voltooid. Namelijk die waarin Nederland steeds vijandiger ten opzichte van de apartheid kwam te staan. Voorheen was voornamelijk de Nederlandse politiek terughoudend geweest in het nemen van een afkeurend standpunt. De commerciële belangen hadden te zwaar gewogen. Na Sharpeville leek de Boerenliefde bekoeld.14 Het Nederlandse kabinet besloot naar aanleiding van het Soweto-incident de exportkredietgaranties van Zuid-Afrika niet langer af te geven. En minister van Buitenlandse Zaken van der Stoel zei langzamerhand dwangmaatregelen nog als enige manier te zien om een ramp in Zuid-Afrika te voorkomen.15 Het was ook in de jaren zestig dat het Rivonia-proces plaatsvond. In 1964 stonden de kopstukken van het Afrikaans Nationaal Congres (ANC) terecht wegens hun acties tegen het apartheidsregime. Mandela sprak tijdens dit proces de volgende woorden:
p 7
"Ik koester het ideaal van een democratische en vrije samenleving, waarin allen in harmonie en met gelijke kansen samenleven. Het is een ideaal waarvoor ik hoop te zullen leven, dat ik verwezenlijkt hoop te zien. Maar, Edelachtbare, als het moet is het een ideaal waarvoor ik bereid ben te sterven." 16
De Nasionale Party benoemde gedurende de jaren zeventig naast het ANC ook verschillende Nederlandse antiapartheidsbewegingen als zeer gevaarlijk. Een van hen was de Anti-Apartheids Beweging Nederland (AABN). De AABN nam in 1971 de werkzaamheden van het Comité Zuid-Afrika (CZA) over. 17 Onder leiding van de Zuid-Afrikaanse student Berend Schuitema werd de voorkeur gegeven aan een radicalere aanpak dan het CZA eigen was. Eind 1971 kwam de AABN officieel tot stand.18 In de context van Mandela’s uitspraak is het ideaal van de AABN te vinden. De beweging formuleerde in haar instituten de volgende doelstelling:
Direkt of indirekt bij te dragen tot afschaffing van maatschappelijke discriminatie op grond van raciale of andere verschillen, daarbij uitgaande van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, uitgegeven door de Verenigde Naties op 10 december 1948, zulks in het bijzonder met betrekking tot Zuidelijk Afrika.19
p 8
Over de rol van Nederland in de strijd tegen de apartheid in de jaren zeventig worden verschillende standpunten ingenomen. G.J. Schutte spreekt van een voortrekkersrol die Nederland zou hebben bekleed. Dit uitte zich in steun voor bevrijdingsbewegingen en het bevriezen van de contacten met de Afrikaners. De reden voor deze sterke afwijzing verklaard Schutte vanuit de maatschappelijke verschillen in Nederland en Zuid-Afrika en een groot verschil in de heersende normen en waarden. De gelijkwaardigheid van de mens speelde hierin een belangrijke rol.20 B.J.H. de Graaff ontkent deze belangrijke rol van Nederland als voortrekker in de internationale strijd tegen de apartheid. De Nederlandse politiek zou volgens de Graaff niet verder zijn gegaan dan een kritische dialoog zonder merkbaar resultaat. Hij benadrukt echter wel de sterke rol van de antiapartheidsorganisaties zoals de AABN voor de meningsvorming over Zuid-Afrika.21 Ook van der Meulen ziet de humanitaire steun vanuit de Nederlandse regering als een kortdurend verschijnsel waarbij snel weer tot de dialoog werd over gegaan. Over de hulp vanuit de antiapartheidsorganisaties gaat hij niet verder in.22
p 9
Het isoleren van het apartheidsregime en samenwerking met Zuid-Afrikaanse antiapartheidsorganisaties behoorden tot de grootste activiteiten van de AABN.23 Zo verklaarde de AABN solidair te zijn aan het ANC en andere Zuid-Afrikaanse organisaties.
Tevens is de wederzijdse sympathie van de AABN en de Nederlandse Communistische Partij een interessant verschijnsel. Volgens de AABN zou de apartheid een integraal onderdeel zijn van het kapitalistische systeem dat van slechte invloed was op zowel Nederland als Zuid-Afrika.24 Al verklaarde prominent lid van de AABN Schuitema verwonderd te zijn over deze goede relatie. Hij nam het de CPN kwalijk te weinig betrokkenheid met Zuid-Afrika te tonen en zei het zeer opmerkelijk te vinden dat de Waarheid meer aandacht aan de Vietnamoorlog besteedde dan aan de apartheid.25
THEORETISCH KADER
H.A. Semetko en P.A. Valkenburg houden zich bezig met het gebruik van frames in de media. Frames zorgen ervoor dat een bericht vanuit een bepaald perspectief wordt neergezet en vervolgens ook zo door de ontvanger zal worden opgenomen. Media gebruiken vaak frames om de publieke opinie te beïnvloeden en de aandacht van het publiek te trekken. Semetko en Valkenburg gebruiken 5 verschillende frames die terug te vinden zijn in zowel kranten als nieuwsuitzendingen op televisie om een vergelijking tussen deze twee mediavormen te maken. Zij analyseren de framing van de Europese politiek in 4 Nederlandse kranten en 4 televisie-uitzendingen. Uit eerdere onderzoeken is gebleken dat de 5 frames die bij dit onderzoek worden gebruikt een goede vertegenwoordiging zijn van de door de media gebruikte frames (Brants & Neijens, 1998; van der Eijk & van Praag, 1987; Kleinnijenhuis, Oegema & de Ridder, 1995; Neuman e.a., 1992; Nossiter, Scammel & Semetko, 1994; Semetko, Blumler, Gurevitch & Weaver, 1991; Semetko, Scammel & Nossiter, 1994; Semetko & Schoenbach, 1994).26
Aan de hand van deze 5 frames kan de representatie van de AABN in het NRC-Handelsblad, Trouw, de Waarheid en de Volkskrant worden onderzocht. Dit onderzoek is relevant omdat het een bijdrage levert aan de historiografie van de AABN. Tot op heden heeft de nadruk hierin gelegen op de doelstellingen en projecten van de AABN. Een onderzoek naar de representatie van de AABN in de media ontbreekt hier nog. Tevens is bekend dat de media van invloed zijn op de publieke opinie.
p 10
Krantenberichten lenen zich uitstekend voor een representatieonderzoek. Historici maken veelal gebruik van deze berichtgeving voor onderzoek zonder de representatieve functie die kranten vervullen te analyseren. Wanneer een beweging als de AABN in kaart wordt gebracht is juist deze functie als zeer interessant te beschouwen. Hierbij moet in gedachte worden gehouden dat ook vanuit dit soort bewegingen de media worden gebruikt om de publieke opinie te beïnvloeden, evenals de druk die daardoor kan worden uitgeoefend op publieke organen.
Nader onderzoek zou kunnen worden gedaan met behulp van de in dit artikel gepresenteerde resultaten. De representatie van de AABN die hier wordt neergezet kan worden gebruikt voor verder onderzoek naar de invloed van de Nederlandse kranten op de meningsvorming van het Nederlandse volk in de periode 1971-1980.
METHODE BRONNENSELECTIE
Voor dit onderzoek naar de representatie van de AABN in Nederlandse kranten is de bestudering van Nederlandse kranten in jaren zeventig noodzakelijk. Het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) in Amsterdam bezit een zeer uitgebreide collectie bestaande uit vergaderstukken, jaarverslagen, algemene correspondentie, beeldmateriaal, periodieken en een knipselarchief samengesteld door Kier Schuringa. Schuringa, archivaris en voormalig antiapartheidsstrijder, ontving in 2008 een archiefproject rond de anti-apartheid en zuidelijk Afrika collectie. De collectie, afkomstig van het Nederlands Instituut voor Zuidelijk Afrika (NiZA), werd overgedragen aan het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG).27 De heer Schuringa is zeer behulpzaam geweest bij dit onderzoek. Door zijn uitgebreide kennis over het knipselarchief ben ik in staat geweest een goed overwogen selectie van het materiaal te maken.
p 11
Het IISG heeft als missie actief op zoek te gaan naar materiaal dat past binnen haar collecties. Tevens ziet het instituut het als haar plicht historisch materiaal te redden wanneer het in gevaar is, ook wanneer dit buiten de collecties van het IISG valt. Het IISG geeft aan een onafhankelijke en betrouwbare organisatie te zijn die tot werelds grootste documentatie- en onderzoekscentra wordt gerekend.28 Hierdoor is ook het knipselarchief van de AABN dat ik voor dit onderzoek gebruik als betrouwbaar en compleet te beschouwen.
Om een beperking in het aantal artikelen uit het knipselarchief aan te brengen, analyseer ik in dit essay de artikelen die afkomstig zijn uit het NRC-Handelsblad, Trouw, de Waarheid en de Volkskrant die zijn uitgebracht in de periode 1971-1980. Het NRC-Handelsblad maakte haar debuut op 1 oktober 1970. De krant ontstond uit een fusie van het Algemeen Handelsblad en de Rotterdamse Courant.29 De redactie van het NRC beschrijft in 1970 de krant als volgt:
“De vrijheidsgedachte die wij voorstaan, betekent ook verdraagzaamheid tegenover andersdenkenden, want de vrijheid die wij voor onszelf opeisen, kunnen wij, krachtens die gedachte, anderen niet ontzeggen. De grens van die verdraagzaamheid ligt evenwel daar waar anderen onze vrijheid dreigen aan te tasten.”30
Het NRC-Handelsblad kan in de jaren zeventig gezien worden als een liberale krant die zich als kwaliteitskrant richtte op een belezen publiek. De eerste Trouw verscheen in 1943 onder de naam De Oranjebode en was daarmee een oorlogskrant gemaakt door Orthodox-protestantse verzetsmensen. In de jaren zeventig was het karakter van de krant aan verandering onderhevig. Wegens financiële tekorten fuseerde de krant met de kwartetbladen uit Zuid-Holland die een protestants-christelijk karakter hadden. De Waarheid kwam in 1940 voor het eerst van de pers als illegaal Communistisch Volksdagblad. De krant werd uitgegeven door de CPN. Na de Tweede Wereldoorlog kreeg de krant een politiek links karakter.31 Ook de Volkskrant richtte zich op het politiek links georiënteerde deel van de bevolking. De krant kwam in 1919 wekelijks uit als katholiek blad geschreven voor de arbeidersbeweging. Vanaf 1965 verloor de Volkskrant haar katholieke karakter en ging zij zich meer richten op de jonge progressieve lezer. Financieel-economische berichtgeving kwam steeds vaker onder de aandacht te staan.
p 12
De vier geselecteerde kranten lijken een gevarieerd beeld te bieden van de representatie van de AABN in Nederlandse kranten. Allen geven zij een interessante dimensie van de representatie van de AABN weer. De lezers van het NRC-Handelsblad zijn niet direct te identificeren met de aanhangers van de AABN. Dit maakt het juist aantrekkelijk om de frames die de krant heeft gebruikt te analyseren om de lezer te beïnvloeden. Trouw had in haar begin jaren een zeer orthodox-protestants karakter. Hoewel dit karakter in de te bestuderen periode was afgenomen, is het niet ondenkbaar dat de krant nog veel lezers had die zich met de protestantse Afrikaners konden identificeren. De Waarheid is om twee punten aantrekkelijk te noemen voor het onderzoek naar de representatie van de AABN in Nederlandse kranten. Allereerst is de oprichting van de krant door de CPN interessant vanwege de al eerder besproken banden tussen de AABN en het CPN. De AABN verwacht van De Waarheid ook een uitgebreide verslaggeving van de activiteiten van de beweging. Daarnaast is het politiek linkse karakter van de krant interessant. De AABN had voornamelijk aanhangers van deze politieke aard die zich verzetten tegen het kapitalistische systeem, dit sluit zich aan bij de visie van de CPN. De Volkskrant blijkt veel over de AABN te schrijven. In eerste instantie zou niet direct een connectie tussen de krant en de AABN te bedenken zijn, gezien het katholieke karakter. Vanaf 1965 liet De Volkskrant dit echter los en ontwikkelde zich als politiek links georiënteerde krant.
Ik heb regionale kranten niet in het onderzoek opgenomen aangezien de grote omvang van het knipselarchief. Een beperking in het materiaal moet dan worden gemaakt, ik heb hier gekozen voor een nationale aanpak. Ook de berichten uit De Telegraaf niet voor dit onderzoek geanalyseerd. Ik heb gekozen voor de meest uitgesproken kranten met een politiek linkse visie dan wel een visie die juist niet bij de AABN aansluit, zoals het NRC-Handelsblad.
De jaren zeventig zijn roerige jaren in Nederland te noemen. Nederland had te maken met een periode van economische misère. Twee oliecrises leidden tot recessie. De gepolariseerde Nederlandse politiek brachten links er rechts verder van elkaar verwijderd. Een nieuwe tijdgeest leek aangebroken waarin verschillende protesttakken en solidariteitsbewegingen zich ontwikkelden.32 Zo protesteerden de Provo’s, Dolle Mina’s en tegenstanders van de Vietnamoorlog. Dit gecombineerd met het oprichtingsjaar 1971 van de AABN bracht mij tot de gekozen periode 1971-1980.
5 FRAMES
De volgende 5 frames zijn voor dit onderzoek gebruikt:
Conflict frame. Dit frame legt nadruk op conflicten tussen individuen, groepen en instituten met het doel belangstelling op te wekken. Ook wanneer er geen sprake is van een conflict kan dit frame door de media worden gebruikt om de interesse van het publiek te behouden.33
De Human interest frame is een tweede door Semetko en Valkenburg gebruikt frame. Hierbij wordt een gebeurtenis vanuit een emotionele invalshoek neergezet en persoonlijk gemaakt.
Een economic consequences frame wordt gebruikt om de economische gevolgen van een bepaald bericht neer te zetten. Dit kan voor een bepaalde groep of voor een regio of land worden gebruikt. De Morality frame maakt gebruik van een bepaalde gevoelige context waarin de informatie wordt verpakt. Dit kan zowel op religieus als moreel gebied worden uitgevoerd.
Als laatst hanteren Semetko en Valkenburg de responsibility frame. De verantwoordelijkheid voor een probleem wordt door middel van dit frame bij de overheid of een bepaalde groep mensen gelegd. Met subtiele woorden kan dit frame zeer duidelijk een sturende richting aangeven. Onderstaand bespreek ik de categorieën waarin de artikelen zijn onder te verdelen.
14
CATEGORIE 1: HARDHANDIGE AANPAK
Na de oprichting van de AABN in 1971 veranderde het imago van wat voorheen de CZA was geweest. Het karakter van de CZA was volgens de opvolgers van veel te zachte aard geweest om echt iets te bewerkstelligen. Zo stonden in de statuten van het comité woorden als “wettige middelen hanteren”. De AABN spreekt liever van het gebruik van “harde acties, gebaseerd op het principe van burgerlijke ongehoorzaamheid, behoren tot de middelen die we met recht mogen toepassen”. Dit fellere karakter werd al geopperd door de Zuid-Afrikaanse Berend Schuitema die eens een sportwedstrijd verstoorde met het gooien van verfbommetjes. Alle vormen van protest worden vanuit ideologisch oogpunt gedaan. Met de afschaffing van de apartheid als enig doel voor ogen.
CATEGORIE 2: SAMENWERKING MET ANDERE ANTIAPARTHEIDSGROEPEN
Hoewel de AABN de meeste acties op eigen initiatief heeft uitgevoerd, komt het in de berichtgeving nog vaak naar voren dat de AABN in samenwerkingsverband zaken heeft bewerkstelligd. Zowel in samenwerking met het ANC als met Nederlandse organisaties als Kairos, de Boycot Outspanactie en Medisch Komitee Angola34. Binnen dit frame moet de AABN gezien worden als deel van een groter geheel. Hierbij moet gedacht worden van het gezamenlijk organiseren van congressen tot het onder druk zetten van de Nederlandse regering
CATEGORIE 3: POLITIEKE INVLOED
De AABN heeft vaak druk op de politiek van Zuid-Afrika uitgeoefend. Ook de Nederlands regering werd verschillende malen onder druk gezet wanneer er een terughoudend beleid ten aanzien van de apartheid werd gevoerd. Vergelijkbaar met de gewelddadigheden in Sharpeville bleek ook bij het Soweto-incident in 1976 dat incidentele situaties door de media en contrabewegingen werden aangegrepen om de apartheid onder de aandacht te brengen. Het incident had tevens tot gevolg dat de Nederlandse regering, die tot op heden de dialoog met de Zuid-Afrikaanse regering wilde aangaan, in was gaan zien dat er hardere maatregelen getroffen moesten worden om het apartheidsbewind een halt toe te roepen. Minister van der Stoel zei destijds: “Langzamerhand zie ik dat dwangmaatregelen nog de enige manier zijn om een ramp in Zuid-Afrika te voorkomen.”35
p 15
In 1979 werd de Nederlandse regering fors door de Verenigde Naties aan de tand gevoeld nadat de AABN de dubieuze rol van Philips aan het licht had gebracht. De Verenigde Naties vroegen naar aanleiding van het rapport over schending van het wapenembargo opheldering over de rol van de Nederlandse regering hierin.36 Ook hierbij gaat het wederom om het nemen van een standpunt ten opzichte van het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime. Men kon niet enerzijds een aversie tegen de politiek tonen om vervolgens embargo’s te omzeilen.
CATEGORIE 4: VERBETERING VAN MENSENRECHTEN
Artikelen waarin de ongelijkheid in Zuid-Afrika sterk wordt benadrukt of waarin politieke gevangenen, als Nelson Mandela en James Mange, worden besproken vallen onder deze categorie.37 Ook zette de AABN zich in voor bijvoorbeeld het recht op onderwijs. Een campagne ten behoeve van de Solomon Mahlangu Vrijheidsschool is hier een voorbeeld van.38 Nadat Nelson Mandela gevangen was genomen, had zijn vrouw Winnie Mandela de strijd voort gezet. Ook zij komt meerdere malen naar voren in de artikelen als strijdster voor de rechten van de mens.
CATEGORIE 5: INVLOED OP HET BEDRIJFSLEVEN
Bedrijven die investeerden in Zuid-Afrika werden door de AABN hard aangepakt. Verschillende demonstraties hebben zich tegen deze praktijken gericht. Ook werden bedrijfscongressen of aandeelhouders vergaderingen veelvuldig verstoord. Een boycot van Zuid-Afrika zou volgens de AABN de apartheidsregering onder hoge druk zetten. Bedrijven als Shell, Philips en Unilever worden vaak binnen deze context genoemd. De AABN spreekt haar zorgen uit over de toenemende export vanuit Zuid-Afrika door deze bedrijven.
16
Ook werd er gepoogd druk uit te voeren op de Nederlandse regering en het bedrijfsleven. Felle demonstraties tegen KLM en Shell met het doel de Zuid-Afrikaanse regering tot last te zijn. Daarnaast werden er boycotacties opgezet die zich richtten op de Nederlandse bevolking. Met teksten als “pers geen Zuid-Afrikaan uit” werden de bloedsinaasappelen uit Zuid-Afrika aan banden gelegd en ook de tabaksindustrie werd geboycot.39 Philips werd enorm onder druk gezet toen de AABN een rapport uitbracht over de levering van producten afkomstigvan het bedrijf aan Zuid-Afrika die op de lijst van verboden producten stonden. Hiermee maakte Philips zich schuldig aan schending van het wapen embargo. Ook de ABN AMRO lag onder vuur. De AABN verweet de bank geld te investeren in het apartheidsregime en daardoor medeschuldig te zijn aan onderdrukking en het schenden van mensenrechten.
ANALYSE
Binnen deze context kan de framing van de AABN in Nederlandse kranten goed worden neergezet. In de artikelen zijn de verschillende categorieën terug te vinden. Wanneer deze zijn onderverdeeld kan worden na gegaan welk frame de desbetreffende krant in haar berichtgeving heeft verwerkt. Hiervoor zal ik gebruik maken van de frames gegeven door Semetko en Valkenburg zoals hierboven besproken.
p 17
RESULTATEN CATEGORIEËN
Na de selectie in datum en krantensoort zoals eerder besproken, kom ik op een totaal van 47 artikelen. Hiervan zijn er 7 afkomstig uit het NRC-Handelsblad, 6 afkomstig uit Trouw en maar liefst 17 uit zowel De Waarheid als De Volkskrant. In slechts één artikel is geen van de vijf categorieën aangetroffen, het betrof hier een neutraal verslag van een brand in het AABN gebouw. Ook heb ik gekeken of de selectie artikelen bevat waarin meerdere categorieën naar voren komen. Dit was bij verschillende artikelen het geval. In een artikel over de ongewenstheid van Zuid-Afrikaanse kolen uit de Volkskrant werden maar liefst vier verschillende categorieën aan de orde gesteld.40 In tabel 1 is weergegeven in welke aantallen de categorieën zijn terug gevonden. Verticaal zijn de verschillende categorieën weergegeven, horizontaal de verschillende kranten.
Tabel 1. Overzicht van de categorieën per krant
NRC (7) Trouw (6) De Waarheid (17) De Volkskrant (17)
Aantal categorieën
1.Hardhandige aanpak
1 2 2 8
2.Samenwerking groepen
2 1 4 5
3. Politieke invloed
3 2 8 5
4. Verbetering mensenrechten
3 0 7 4
5. Invloed op bedrijfsleven
3 2 2 7
Totaal aantal categorieën per krant
12 7 23 24
p 18
In het onderstaande diagram is de procentuele verdeling van de categorieën verdeeld over alle artikelen weergegeven.
Diagram 1. Procentuele verdeling van het aantal gevonden categorieën. (Not included):
Categorie 1 lijkt matig gerepresenteerd in de bovenstaande diagram. Met slechts 12% van het totaal aantal categorieën geeft dit wellicht een vertekend beeld. De hardhandige aanpak die de AABN in haar beginjaren sterk benadrukte, komt in mijn analyse frequent naar voren in de eerste jaren na de oprichting, 1971 en 1972. Dit is te verklaren aan de hand van het contrast dat de AABN wilde neerzetten ten opzichte van het CZA. Daarna echter, vermeldden de kranten niet veel meer over het karakter van de AABN. Waarschijnlijk omdat het karakter toen al representatief was.
Uit berichten waar de AABN naast andere organisaties werd genoemd kan ik opmaken dat de beweging in goed contact was met andere bewegingen. Ook het contact met het ANC komt meerdere malen terug in de berichtgeving. Congressen en gezamenlijke oproepen voor Zuid-Afrikaanse hulp zijn hier de belangrijkste onderwerpen. Dit is een interessante constatering, gegeven de informatie die vermeld staat op de site van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis. Hieruit valt op te maken dat de verschillende organisaties elkaar regelmatig in de weg zaten. Strubbelingen ontstonden ook wanneer verschillende bewegingen elkaar in projecten tegen kwamen. In de berichtgeving is hier niets van terug te zien.
1. Hardhandige aanpak 12%
2. Samenwerking groepen 18%
3. Politieke invloed 28%
4. mensenrechten 21%
5. Invloed bedrijfsleven 21%
Procentuele verdeling categorieën
p 19
Uit bovenstaand diagram is af te lezen dat categorie 3 en categorie 4 samen bijna de helft van het aantal gevonden categorieën beslaan. Hieruit kan worden opgemaakt dat de AABN in de Nederlandse krantenartikelen vaak in verband wordt gebracht met het onder druk zetten van regeringen en de inzet voor mensenrechten. Wanneer we dit koppelen aan de doelstellingen opgenomen in de statuten van de AABN is dit niet als zeer verrassend te beschouwen. Het beeld van de relatie tussen de AABN en de Nederlandse regering is alles behalve gemoedelijk te noemen. Fel uitte de AABN haar kritiek op het, volgens de beweging, slappe beleid. “De beweging vreest steun aan dialoog Zuid-Afrika in VN” zo vermeldde Trouw (1974).41 Hiermee werd gedoeld op de internationale politieke betrekkingen. De AABN was geen voorstander van een dialogenpolitiek die vele leden van de VN voor ogen hadden.
Het indirect of direct proberen bij te dragen aan het apartheidssysteem komt echter ook in andere categorieën naar voren. Zo ook bij de vijfde categorie. Door Nederlandse bedrijven die een connectie hadden met Zuid-Afrika of het apartheidsbewind van het land onder druk te zetten, waren de bedrijven genoodzaakt zich te verantwoorden en wellicht maatregelen te treffen. Tevens werd hiermee bereikt dat de apartheid weer onder de aandacht in de media raakte. Via deze bedrijven stond ook druk op het Zuid-Afrikaanse regime. Een voorbeeld daarvan is de al eerder genoemde kolenindustrie.
p 20
De resultaten hieronder, verwerkt in diagrammen, geven een beter beeld van de procentuele verdeling over de geselecteerde kranten per categorie.
Trouw geeft in geen van zijn berichten een melding over van de AABN als beweging die zich inzet voor mensenrechten. Dit is opmerkelijk te noemen wanneer duidelijk is dat in De Waarheid deze categorie juist veelvuldig voorkomt. Ook valt op dat De Volkskrant 50% van de totale berichtgeving over de druk vanuit de AABN op bedrijven geeft. Berichten uit de categorie betreffende de druk op de politiek en de mensenrechten worden door De Volkskrant procentueel gezien veel minder frequent vertegenwoordigd. Het NRC-Handelsblad geeft berichten uit alle categorieën gelijkmatig weer.
Ook wil ik nog aandacht besteden aan het grote aantal artikelen dat ik in De Volkskrant en De Waarheid tegen ben gekomen. Deze kranten schreven beduidend meer over de AABN dan het NRC-Handelsblad en Trouw. Zowel De Volkskrant als De Waarheid hadden in de jaren zeventig een publiek dat voornamelijk uit lezers bestond die zich links van het politieke midden bevond. Dit verklaart wellicht waardoor er meer belangstelling was voor de AABN als antiapartheidsbeweging en voor de urgentie van de afschaffing van de apartheid in het algemeen.
NRC Trouw Waarheid Volkskrant
1. hardhandige aanpak
17% 8% 33% 42%
2. samenwerking groepen
17% 11% 44% 28%
3. politieke invloed
21% 0% 50% 29%
4. mensenrechten
22% 14% 14% 50%
5. invloed bedrijfsleven
p 21
FRAMES
De gecategoriseerde artikelen kunnen bestudeerd worden op de door de kranten gebruikte frames. Bij dit onderzoek gebruik ik nogmaals de frames gebruikt door Semetko en Valkenburg. De 5 verschillende frames die ik in de gecategoriseerde artikelen zoek zijn als volgt: conflict frame, human interest frame, economic consequences frame, morality frame, responsibility frame.
Tabel 2. Overzicht van de verschillende frames per krant
NRC Trouw De Waarheid Volkskrant
(7) (6) (17) (17)
1.Conflict frame
3 2 4 3
2.Human interest frame
0 1 5 1
3. Economic consequences frame
2 0 1 1
4. Morality frame
4 1 3 4
5. Responsibility frame
3 2 4 6
Totaal aantal frames per krant
12 6 17 17
p 22
In Tabel 2 zijn de resultaten verwerkt van de gevonden frames binnen de al eerder gevonden categorieën. Ik zal de opmerkelijkste frames bespreken die kunnen dienen ter illustratie van Tabel 2.
In het NRC-Handelsblad wordt een aantal keer een duidelijk frame opgelegd. Zo geeft de krant in een artikel uit de categorie 1 een duidelijk citaat weer waaruit blijkt dat hardhandige maatregelen: “… behoren tot de middelen die we met recht mogen toepassen.” (1977)42 In het artikel wordt de AABN duidelijk neergezet als organisatie die met een duidelijk doel voor ogen wel even zal vertellen hoe de strijd tegen apartheid aangepakt gaat worden. Een andere frame is duidelijk herkenbaar in de categorie waarbij druk op de politiek wordt uitgevoerd. Minister Pronk wordt in dit artikel als “postbode” van de regering af gedaan. Ook in dit artikel wordt de AABN als organisatie in een sterke positie gerepresenteerd.
Trouw publiceert op donderdag 6 juli 1972 een artikel over de tentoonstelling die de AABN in samenwerking met de werkgroep Zuidelijk Afrika en de Anne Frank-stichting heeft opgezet. De tentoonstelling moet het Nederlandse bedrijfsleven ervan weerhouden nog te investeren in Zuid-Afrika. Het conflict komt hierin duidelijk naar voren, met enerzijds de AABN en anderzijds het bedrijfsleven dat aan de kant van de apartheid zou staan. Bij het artikel is een foto toegevoegd van een pop “Mister Apartheid, gewapend met hakenkruis en wapenstok ter illustratie van de Zuidafrikaanse premier Vorster” (1972).43
Zeer opvallend aan de artikelen in De Waarheid is het optimisme waarmee de koppen van de artikelen zijn geschreven. De antiapartheidsstrijders van het ANC worden aangeduid met “onze kameraden” (1980)44 Ook neemt De Waarheid stellig een standpunt tegen de VVD die het apartheidsregime “humaan” had genoemd door te spreken over het “barbaarse apartheidsregiem van Zuid-Afrika”. (1980)45 Foto’s van de gevangen genomen ANC-leden geven een persoonlijk karakter aan de berichtgeving. Hierdoor raakt de lezer betrokken bij de situatie. In een artikel over het Pietermaritzburgproces wordt uitgebreid verslag gedaan over de situatie van Pietermaritzburg. Een foto van de triest kijkende man maakt het artikel nog aangrijpender.46 Naar aanleiding van een demonstratie tegen president Vorster staat op 20 juni 1977 een artikel met confronterende foto in De Waarheid. Duidelijk blijkt hieruit dat het hier gaat om een conflict. Wanneer het artikel nauwkeuriger wordt gelezen is een dwingende richting voor de Nederlandse overheid op te merken waarvan steun wordt gevraagd voor Zuid-Afrika.47
In de artikelen uit De Volkskrant zijn voornamelijk frames op te maken die een verantwoordelijkheid naar voren brengen. Zo wordt de Nederlandse regering steeds aangewezen als het orgaan dat een verandering in moet zetten tegen de apartheid. Op 27 juli 1980 verscheen een artikel “Regering moet vliegtuigorde tegenhouden”.48 In een ander artikel getiteld “Hypocriet” schrijft De Volkskrant over het Nederlandse bedrijfsleven dat zich niet aan de afspraken van de antiapartheidconferentie van de VN zou houden. Een duidelijk conflict komt hier naar voren waarbij de lezer snel geneigd is de visie van De Volkskrant aan te nemen en de AABN in het gelijk te stellen.49
CONCLUSIE
Geconcludeerd kan worden dat er een duidelijke framing van de Anti-Apartheids Beweging Nederland uit de geselecteerde kranten valt op te maken. Ook is door deze analyse van de frames met de bijbehorende categorieën een nieuwe dimensie aangebracht aan de bestaande literatuur over de AABN. Wanneer ik de verschillende frames combineer om een totaalbeeld van de representatie van de Anti-Apartheids Beweging Nederland in de vier geselecteerde Nederlandse kranten te weergeven, kom ik tot de volgende conclusie. De AABN werd neergezet als actieve beweging die niet schroomde hoog in te zetten tegen nationale en internationale machtshebbers. Voor Nederland kan worden gezegd dat de AABN een zeer actieve beweging was die contact met zowel de Nederlandse regering als buitenlandse instellingen aanhoudend in stand hield. Ook blijkt uit de representatie dat de AABN vijandig stond ten opzichte van grote Nederlandse bedrijven als Philips, ABNAMRO, KLM en Shell. Voor de AABN was het uitermate gunstig om op welke manier dan ook met deze bedrijven in de media te worden neergezet.
Toch zijn er ook verschillen tussen de kranten aan te wijzen. De Waarheid is veel duidelijk in haar sturende functie. De apartheid moet worden afgeschaft. De lezer kan direct lezen en zien wat het standpunt van de krant is. Veel gebruik van foto’s dragen deze visie ook uit. Uit de artikelen in het NRC kan meer belang voor moraliteit worden opgemerkt, er wordt ook een genuanceerdere schrijfstijl gehanteerd om de informatie op de lezer over te brengen.
Het vijandige karakter dat uit de krantenartikelen naar voren komt is voor de AABN functioneel geweest. Het wakkerde meer demonstranten aan om zich te gaan bewegen tegen die bedrijven en dus indirect tegen de apartheid. Zoals voor elke beweging geldt, alle publiciteit is bruikbaar. Wanneer de AABN duidelijk negatief tegen over de regering werd gerepresenteerd kon dit tot gevolg hebben dat verkiezingsprogramma’s werden beïnvloed en er belangrijke discussies in regeringen ontstonden die leidden tot keerpunten binnen het beleid.
De representatie van de AABN in vier Nederlandse kranten tussen 1971-1980
p 25
__________________________________
1 A. Semetko en M. Valkenburg, ‘Framing European politics. A content analysis of press and television news’, Journal of Communication 50 (2000), 93-109.
2 M. Harlaar, ‘”Overschat u vooral de mogelijkheden in Nederland niet”’, in: Carry van Lakerveld , Nederland tegen apartheid (Amsterdam 1994) 43-57, 44.
3 E.S. Reddy, The struggle against apartheid. Lessons for today’s world, UN chronicle (2007) http://www.un.org/wcm/content/site/chronicle/cache/bypass/home/archive/issues2007/the solidarity of peoples /the struggle against apartheid
4 Harlaar, ‘”Overschat u vooral de mogelijkheden in Nederland niet”’, 44.
5 Ibidem, 43.
6 J.J. Buskes, Hoera voor het leven (Amsterdam 1959) 271.
7 Buskes, Hoera voor het leven, 271.8 C. van Dullemen, ‘Nederland loopt te hoop tegen apartheid’, in: Carry van Lakerveld, Nederland tegen apartheid (Amsterdam 1994) 61-94, 74.
9 G.J. Schutte, Nederland en de Afrikaners. Adhesie en aversie, over stamverwantschap, Boerenvrienden, Hollanderhaat, Calvinisme en apartheid (Franeker 1986) 205.
10 Schutte, Nederland en de Afrikaners, 205.
11 Harlaar, ‘”Overschat u vooral de mogelijkheden in Nederland niet”’, 44.
12 Ibidem, 46.
13 Ibidem, 49.
14 Schutte, Nederland en de Afrikaners, 208.
15 Dullemen, Nederland tegen apartheid, 61.
16 Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, ‘Webdossier Nederland tegen apartheid’, http://www.iisg.nl/test/collections/anti-apartheid/history/jaren60-2-nl.php (20 juni 2012).
17 F.J. Buijs, Overtuiging en geweld. Vreedzame en gewelddadige acties tegen de apartheid (Amsterdam 1995) 26.
18 Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, ‘Webdossier Nederland tegen apartheid’, http://www.iisg.nl/test/collections/anti-apartheid/history/jaren70-2-nl.php (20 juni)
19 http://mens-en-samenleving.infonu.nl/politiek/35522-anti-apartheidsbeweging-in-nederland-actie-en-werkgroepen.html (30 mei 2012).
20 Schutte, Nederland en de Afrikaners, 209.
21 B.J.H. de Graaff, ‘Apartheid en anti-apartheid in retrospectief. Terugblik op anti-apartheidsverleden van Nederland: solidariteit met Zuid-Afrika een kortstondige periode’, in: S.W. Couweberg, Apartheid, anti-apartheid, post-apartheid. Terugblik en evaluatie, 47-52, 49.
22 J.W. van der Meulen, ‘Nederland en de apartheid’, in: S. Rozemond, Het woord is aan Nederland. Thema’s van buitenlandse beleid in de jaren 1966-1983 (’s Gravenhage 1983) 95.
23. Bosgra, ‘From Jan van Riebeeck to solidarity with the struggle’, 18.
25 Ibidem, 19.
26 A. Semetko en M. Valkenburg, ‘Framing European politics.’, 95.
27 Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, ‘NiZA Zuid-Afrika collectie’, http://socialhistory.org/nl/events/niza-zuid-afrika-collectie (2 juni 2012).
28 http://socialhistory.org/nl/missie (7augustus 2012).
29 http://www.nrc.nl/onze-beginselen/ (14 augustus 2012).
30 Ibidem.
32 F. Wielenga, Nederland in de Twintigste Eeuw (Amsterdam 2009), 272.
33 Ibidem, 95.
34‘AABN en Medisch Komitee Angola gaan samenwerken’, Trouw, 5 december 1974.
35 Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, ‘Webdossier Nederland tegen apartheid’, http://www.iisg.nl/test/collections/anti-apartheid/history/jaren70-4-nl.php (1 juni 2012).
36 P. Schumacher, ‘AABN: Philips en regering schenden VN-embargo’, NRC-Handelsblad, 25 augustus 1979.
37 ‘Geen doodstraf voor James Mange’, De Waarheid, 22 januari 1980.
38 ‘AABN start actie voor Solomon Mahlangu Vrijheidsschool’, De Waarheid, 10 november 1979.
39 Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, ‘Webdossier Nederland tegen apartheid’, http://www.iisg.nl/test/collections/anti-apartheid/history/jaren70-1-nl.php (1 juni 2012).
40 ‘Zuidafrikaanse kolen ongewenst’, de Volkskrant, 18 december 1979
41 ‘Beweging vreest steun aan dialoog Zuid-Afrika in VN’, Trouw, 16 oktober 1974.
42 ‘Anti-Apartheidsbeweging Nederland opgericht’, NRC-Handelsblad, 31 november 1977.
43 ‘Kritiek op situatie in Zuidelijk Afrika tentoongesteld’, Trouw, 6 juli 1972.
44 Doodstraf voor vrijheidstrijder omgezet. Leven James Mange gered, De Waarheid, 12 september 1980.
46 ‘Pietermaritzburgproces reflectie van oorlogssituatie’, De Waarheid, 17 november 1979.
47 ‘Steun de vrijheidsstrijd, boycot Vorster’, De Waarheid, 20 juni 1977.
48 ‘Regering moet vliegtuigorder tegenhouden, De Volkskrant, 24 juli 1980.
49 ‘Hypocriet’, De Volkskrant, 3 september 1977.
LITERATUURLIJST
Bronnen:
De Waarheid23 S. Bosgra, ‘From Jan van Riebeeck to solidarity with the struggle: The Netherlands, South Africa and Apartheid’, 45. (versie oktober 2008), http://socialhistory.org/sites/default/files/docs/collections/sadet.pdf (7augustus 2012).
De Volkskrant
Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, ‘Missie’.
Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, ‘NiZA Zuid-Afrika collectie’.
Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, ‘Webdossier Nederland tegen apartheid’.
NRC-Handelsblad
Nrc, ‘onze beginselen’.
Trouw
Literatuur:
Anti-Apartheids Beweging Nederland, Lauriergracht 116, Anti-Apartheids beweging Nederland 1971-1994 (Amsterdam, 1994) 2-111.
Bosgra, ‘From Jan van Riebeeck to solidarity with the struggle: The Netherlands, South Africa and Apartheid’.
Buijs, Overtuiging en geweld. Vreedzame en gewelddadige acties tegen de apartheid (Amsterdam 1995).
Buskes, Hoera voor het leven (Amsterdam 1959).
Dullemen, ‘Nederland loopt te hoop tegen apartheid’, in: Carry van Lakerveld, Nederland tegen apartheid (Amsterdam 1994) 61-94.
Graaff, ‘Apartheid en anti-apartheid in retrospectief. Terugblik op anti-apartheidsverleden van Nederland: solidariteit met Zuid-Afrika een kortstondige periode’, in: S.W. Couweberg, Apartheid, anti-apartheid, post-apartheid. Terugblik en evaluatie, 47-52.
De representatie van de AABN in vier Nederlandse kranten tussen 1971-1980
26
Harlaar, ‘”Overschat u vooral de mogelijkheden in Nederland niet”’, in: Carry van Lakerveld , Nederland tegen apartheid (Amsterdam 1994) 43-57.
Meulen, ‘Nederland en de apartheid’, in: S. Rozemond, Het woord is aan Nederland. Thema’s van buitenlandse beleid in de jaren 1966-1983 (’s Gravenhage 1983).
Reddy, The struggle against apartheid. Lessons for today’s world, UN chronicle (2007).
Schutte, Nederland en de Afrikaners. Adhesie en aversie, over stamverwantschap, Boerenvrienden, Hollanderhaat, Calvinisme en apartheid (Franeker 1986).
Semetko en M. Valkenburg, ‘Framing European politics. A content analysis of press and television news’, Journal of Communication 50 (2000), 93-109.
Wielenga, Nederland in de Twintigste Eeuw (Amsterdam 2009).
____________________________________________
No comments:
Post a Comment